|
|||
Andy Fairweather Low is eind jaren 60 een tieneridool. Zijn babyface prijkt als poster op menige meisjeskamer. Hij scoort hits met zijn toenmalige groep Amen Corner. “Bend Me Shape Me”, “Hello Suzy” en “( If Paradise is ) Half As Nice” behoren tot het collectieve geheugen. In aansluiting op de meer harde Britse popsound van eind jaren 60/ begin jaren 70 begint Low zijn eigen band Fairweather met o.a. orgelist Blue Weaver. De band valt niet genoeg op in het rijke Britse muzieklandschap en na een niet genoteerd album en de hitsinge “Natural Sinner” is het over. Andy start dan een meer succesrijke solo carriëre met de albums ‘Spider Jiving’(1974) en ‘La Booga Rooga’ (1975) met de hitsingles “Reggae Tune", "Wide-Eyed and Legless" en “Spider Jiving”. In 1976 verschijnt het album ‘Be Bop 'N' Holla’ maar toen kwam de punk met The Sex Pistols en was mijn solo carriëre over zou Fairweather-Low later zeggen alsook tijdens het concert van vanavond. Inderdaad de opkomst van punk en de Sex Pistols in 1977 met “God Save The Queen” betekent het einde van zijn contract bij A&M dat hem laat vallen voor de punkers. Zowel zijn vocale- als zijn gitaarvaardigheden zouden hem echter geen windeieren leggen. Eind jaren 70 en in de jaren 80 is hij een veelgevraagd en gewaardeerd sessiemuzikant bij tal van gerenommeerde namen uit de muziekwereld. Zowel zijn kwaliteiten als zanger en als gitarist doen zijn reputatie groeien en hij wordt een veel gevraagd sessie- en touring muzikant bij projecten van The Who, Roger Waters, Eric Clapton, George Harrison, Bill Wyman en Chris Barber. Toch is het vooral voor of bij Eric Clapton dat hij zijn eigen carriëre opzij zet en bijna 20 jaar met hem samenwerkt in de studio of op het podium. Zijn belangrijkste samenwerking is zijn bijdrage als tweede gitarist voor de ‘Unplugged’ cd van Eric Clapton die wereldwijd meer dat 14 miljoen keer verkoopt én waarvoor Clapton hem deels de credits geeft. In 2006 herneemt hij met het album ‘Sweet Soulful Music’ zijn solo carriëre ofschoon hij nog regelmatig bij Clapton te zien is als begeleider of in 2013 met zijn eigen band The Low Riders in zijn voorprogramma. AFL is een veelzijdig en getalenteerd muzikant en performer wiens solo prestaties wat onderbelicht zijn gebleven. Daarvan was Zoetermeer reeds tweemaal getuige. Nu is hij terug in De Boerderij met een extra large versie van The Low Riders. Wie houdt van Clapton of van old skool R & b gedrenkt in een stevige blazerssectie a la Jools Holland of Bill Wyman's Rhythm Kings is hier aan het juiste adres. In de Xl versie bestaat de band naast bassist Dave Bronze, drummer Paul Beavis en Nick Pentelow (saxofoon en klarinet) verder uit de drie extra muzikanten Richard Milner (Hammond Orgel), Nick Payn (bariton sax) en Matthew Winch (trompet). Allen prima muzikanten die met zeer veel enthousiasme diverse stijlen (blues, rock ‘n’ roll , rockabilly , jazz, folk, gospel, country, pop) spelen in een vette stevige authentieke rhythm ‘n’ blues setting. Voor dat vettige randje zorgen de 3-mans blazerssectie bestaande uit Nick Pentelow, Nick Payn en Matthew Winch. “Can White people sing the blues?” is een vraag die vroeger al eens werd gesteld, in het geval van AFL is dat zeker het geval, bovendien kan hij zijn gitaar laten spreken zoals alleen de groten dat kunnen: zijn jarenlang verblijf aan de zijde van Eric Clapton is daar zeker debet aan, maar ook solo is de man een uitstekend performer/zanger en gitarist naast een gedegen songschrijver en componist. De grote zaal is voor deze klasbak matig gevuld, slechts 200 man maar die zijn dan ook allemaal met plezier gekomen. AFL heeft bij een eerste aanblik – kaal, grijs maatpak, wit hemd en een lichtroze das - wat het charisma van een boekhouder maar dat verdwijnt meteen als je hem bezig ziet en hoort spelen. De inmiddels 70-jarige man heeft nog steeds dat kenmerkende stemgeluid van 50 jaar geleden en is ook vanavond goed bij stem zelfs de hoge noten haalt hij nog. AFL speelt de beginakkoorden van een stokoud maar nog immer swingend “Route 66” en we zijn vertrokken voor wat een zeer aangename rit zou worden langs het muzikale parcours van deze uitzonderlijke muzikant/performer. Alle in R&B gedrenkte stijlen zullen passeren van een lekker swingend “Hard Hat Boogie” gaat het naar een warm relaxed “Sweet Soulful Music”, de titelsong van zijn eerste solo cd sinds 26 jaar over naar The Big Town Playboys sound van de oude NO Chris Kenner kraker “Something You Got”. De uitgebreide blazerssectie voegt een nieuwe dimensie toe, de vette blazers zorgen gegarandeerd voor een party sfeer. Het repertoire wordt gedomineerd door blues. AFL schakelt moeiteloos over van stijl als van zijn jaren 70 solo platen naar zijn comeback solo album ‘Sweet Soulful Music’ uit 2006 waaruit meerdere songs worden geplukt. Het nog steeds onweerstaanbare “Spider Jiving” (Spider Jiving, 1974) en het funky-reggae “La Booga Rooga” (La Booga Rooga, 1975) knallen er in met vol geluid aan blazers en de snerpende gitaar licks van de meester. “High In The Sky” de oude Amen Corner song klinkt dan weer zeer sixties, kort en krachtig. AFL is al 50 jaar in de muziekbusiness waarvan een 20 jaar aan de zijde van Eric Clapton en dat is er goed aan te horen. “Hymn 4 My Soul” is een traag soulvol nummer waarin AFL net klinkt als Clapton en dat ook wijlen Joe Cocker opnam. De oude Slim Harpo bluesstandard “I Got Love If You Want It” (ook gekend van de Yardbirds met Eric Clapton) zit in een bluesy jazz feel met een knappe akoestische gitaarsolo. De sfeer wordt intiemer bij het oude stijl Nat King Cole nummer “When I Grow Too Old To Dream” dat bekoort met gedempte zang in een verfrissend walsend arrangement. “Dance On” schroeft het tempo danig op en haalt zowaar The Traveling Wilburys naar boven met blazers die van jetje geven. Een langzaam smeulend “Be Bop 'N' Holla” met een knappe orgelpartij en het opzwepende “If I Ever Get Lucky” beiden uit ‘Be Bop 'N' Holla’ (1976) zijn top. In de tweede set nog meer fraais met vooreerst een soulmedley (Stax/Atlantic) “Ride A Pony/ Get Up And Get Down/ Fa Fa Fa Fa Fa (Sad Song)/ When A Man Loves A Woman” waarbij AFL & The Low Riders klinken als een veredeld balorkest. Stevige blueslicks domineren “Blood Toys” en de oude Big Joe Turner blues shuffle “TV Mama”. Folk met een leuk meezingmoment “It Was Sad When That Great Ship Went Down” is er met het oude Titanic lied “The Ship Titanic”. AFL zingt bijzonder soulvol en ingetogen het ontroerende “I Don’t Need” met opvallende solobijdragen op trompet, Hammond en fingerpicking op akoestische gitaar. Blues haalt weer de boventoon in smaakvolle uitvoeringen van twee ook aan Eric Clapton gelinkte bluesklassiekers “Nobody Knows You When You're Down And Out” (o.a. Derek & The Dominos cover) in “Unplugged” modus en de afgekloven slow burner “It Hurts Me Too” (Tampa Red cover) die desondanks blijft boeien door de superbe zang en instrumentatie. Fairweather-Low en met hem het publiek genieten zienderogen bij elke ‘nieuwe’ song die hij achteloos opdiept uit zijn rijk muzikaal verleden. Nog sterk werk uit de beginjaren volgt met de lounge laidback feel in “Wide-Eyed and Legless” (La Booga Rooga, 1975), de sixties popstamper “Bend Me Shape Me”(Amen Corner song) en “Gin House Blues” de eerste song die Amen Corner in 1967 opneemt en die meteen een hit wordt. Het is na al die jaren Low’s signatuur song, een song die hij met veel plezier nog avond aan avond speelt zoals met Clapton in een reeks concerten in de Royal Albert Hall in Londen in 2013. Sax en orgel dragen sterk bij maar het is een begeesterende Low die met geïnspireerde gruizige solo zijn klasse etaleert. Het was de verre verplaatsing meer dan waard. De klasse, de goede luim, het spelplezier én de locatie laten samen een onuitwisbare indruk achter en zijn de juiste vitamine voor ons rock’n roll hart. Marc Buggenhoudt Setlist Set 2 Foto's © Eus Straver voor De Boerderij
|
|||
|